DE OVERSTEEK

Voldoet Chinese waar aan de Nederlandse maatstaven? En hoe is het om voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten? De Rotterdamse containergigant ECT heeft alle kranen voor de nieuwe Euromaxterminal op de Maasvlakte bestelt bij het Chinese ZPMC. De kranen worden volledig in Shanghai gebouwd en in porties van vier of acht naar Rotterdam verscheept. Projectleider Rob van Klingeren vliegt op en neer naar China om de bouw van de bij ZPMC aangeschafte containerkranen te begeleiden. En als hij thuis is wacht een Chinese schilder- en montageploeg van 45 man op zijn instructies. In een portacabin op de kade verzorgen Chinese koks het dagelijks eten. In Shanghai verblijft Van Klingeren intussen in een luxe hotel.

‘Het wordt tijd voor weer es een briefje van de directie’, verzucht de inspecteur. Op de werf van ZPMC werken 40.000 man. Gemiddeld bouwen ze elke dag een complete containerkraan. Hun schema’s worden eerder bepaald door de vaarroute van de bezorgdienst dan door de mate waarin een kraan nu werkelijk helemaal af en gecontroleerd is. En ze kijken alweer verder. De markt voor containerkranen is bijna verzadigd dus ZPMC profileert zich nu ook als bruggenbouwer en in de offshore.

De Nederlandse manager wordt geconfronteerd met de dilemma’s rond goedkope waar. Het kost Van Klingeren grote moeite om de Chinezen kranen te laten bouwen naar westerse maatstaven. Extra dik staal, overal evenveel verf ook op de plekken waar je het niet ziet, relingen op gevaarlijke plekken. Aan de andere kant wordt in China niet op een arbeidskracht meer of minder gekeken.