DE OVERKANT
André van der Hout
1998
Je kan er wel heen, maar nooit meer terug
De Overkant vertelt het ongelofelijke maar waar gebeurde verhaal van een jongen die een broertje krijgt. Terwijl zijn moeder op weg gaat naar het ziekenhuis, wordt hij uit logeren gestuurd bij Oom Albert. Diens huis is gelegen aan de rivier, recht tegenover de Overkant. Overkanten heb je aan elke rivier, maar deze bestaat alleen in onrustbarend enkelvoud. Veel is er niet over bekend, maar één ding is zeker: daar gebeuren dingen die je maar beter niet kan weten. Dat water zit er niet voor niks tussen.
‘De Overkant’ is het verhaal van twee werelden. Met daartussen de rivier. De twee werelden komen samen in het hoofd van de verteller, bewaarplaats voor waan en werkelijkheid. Of anders gezegd, ‘De Overkant’ is het verhaal van een herinnering. Zoals wel vaker draagt de film de vorm van een reconstructie. Doel is in dit geval niet het zo dicht mogelijk benaderen van een historische werkelijkheid maar het blootleggen van plaatsen waar de grote controleerbare geschiedenis en de gekleurde persoonlijke waarneming elkaar raken. Niet het verleden zoals het was, maar zoals het zich voordeed. De gebruikte vertelmiddelen zijn deels vertrouwd uit het documentaire genre: archiefmateriaal, of opnamen van bestaande plekken waar de geschiedenis nog rondhangt. Maar ze worden aangevuld met nagespeelde scenes uit een geheugen. En daar tussenin tiert de twijfel.