ART FILM 2003
DAILY TIGER 23/01/2003
MAASSTAD PODIUM 22/01/2003
VOLKSKRANT 16/01/2003
DAILY TIGER 23/01/2003
FRET 01/2003
Deze maand worden er vier Nederlandse debuutfilms uitgebracht: de romantische komedie Liever verliefd, het vernieuwende De arm van Jezus, het partnerruildrama Swingers en de ‘coming of age’-film Meisje. Vier zeer verschillende films met even verschillende achtergronden. Drie van de vier zijn min of meer mainstream en hebben een distributeur. Het tegendeel van commercieel is De arm van Jezus van André van der Hout. Het verhaal is eenvoudig maar wordt op inventieve wijze verteld: een zoon gaat op zoek naar zijn vader die decennia geleden het geld van zijn collega-mijnwerkers stal om naar Amerika te vertrekken. De regisseur schakelt voortdurend tussen heden en verleden en maakt daarbij meesterlijk gebruik van archiefmateriaal. Als de zoon per tram door Rotterdam rijdt en door de voorruit kijkt, verschijnen bibberige zwart-wit beelden van de vooroorlogse stad. De ‘found footage’ wordt niet alleen gebruikt om sfeer en tijd aan te geven maar neemt af en toe zelfs het narratief over, zoals bijvoorbeeld bij het ongeluk dat de vader krijgt als losser in de Rotterdamse haven. De arm van Jezus gaat over maatschappelijk marginalen die moeten knokken voor hun bestaan. Het doet bijna anachronistisch aan, die rauwe strijd om korsten brood en dat gezwoeg met steenkool, maar de integriteit staat als een paal boven water. De onderwerpskeuze en vooral de vorm maken van De arm van Jezus met gemak tot één van de interessantste Nederlandse films van de afgelopen jaren. Hier komt toch een duidelijk manco van het huidige filmklimaat aan het licht. Het is niet meer dan terecht dat een degelijke film als Meisje een extra zetje richting bioscoop krijgt. En dat er geld is voor een persoonlijk project als Swingers is prijzenswaardig. Voor een titel als Liever verliefd is die hulp overdreven en wellicht onnodig. Maar voor een artistiek vernieuwende film als De arm van Jezus zijn de subsidies en publieke bijdragen juist bedoeld. Dat uitgerekend deze titel er zo karig vanaf komt, is geen goed teken voor de toekomst van de betere Nederlandse film.
De mengeling van archiefmateriaal, melancholieke en bizarre liedjes, en vervreemdende locaties (cameraman Adri Schrover filmde de Rotterdamse Maasvlakte als een surrealistisch niemandsland) werkt wonderwel. Dat de film toch niet meer is dan een geslaagde stijloefening, is te wijten aan het acteren, dat nauwelijks emoties oproept.
Jos van der Burg in ‘Het Parool’ van 5 februari 2003
Ondanks het drama bevat de film een lichte, droogkomische toon. Dat zit in de dialogen en situaties maar vooral in de visuele humor die Van der Hout gebruikt.
André Waardenburg in ‘NRC Handelsblad’ van 5 februari 2003