OUDE REGEN
In de jaren vijftig van de vorige eeuw komt er een reddingsplan voor de schaarse veengebieden. In Brabant wordt een veengebied kunstmatig vochtig gehouden met een pomp. Dat lijkt goed bedoeld, maar is het wel effectief?
Roelof Stuurman, hydroloog van TNO, onderzoekt de grondwaterstromen. De oorspronkelijke kwelwaterbron die rijk is aan mineralen droogt langzaam maar zeker op. In plaats daarvan wordt het gebied nat gehouden met het veel zuurdere regenwater. Het gebrek aan mineralen luidt het einde in voor de unieke vegetatie in het gebied; vlinders zijn op hun beurt weer afhankelijk van de aanwezigheid van bepaalde bloemetjes, die nu hoe langer hoe schaarser worden. En mieren van de vlinders. Maar waar is dat zegenrijke kwelwater dan gebleven? Het gaat om eeuwenoude onderstromen in de diepere aardlagen. Om regen van 10.000 jaar geleden.
De oorzaak van alle ellende blijkt niet de kunstmatige bewatering in Brabant te liggen. In plaats daarvan voert het spoor terug naar Duitsland, naar een gigantische mijngroeve. De mier en de vlinder moeten de strijd aan gaan met zware industrie en grote economische belangen.