EEN EILAND IN DE TIJD

 

 

Iedereen kent de eeuwenoude mondeling overgeleverde liederen en verhalen, een vaste onderstroom in een veranderlijke en oppervlakkige tijd. In Noorderlicht aandacht voor de vraag hoe ver ons collectief geheugen nu wérkelijk teruggaat. In de jaren ’60 kreeg de Fries Jaarsma van het Amsterdamse Meertensinstituut opdracht een deel van de collectieve herinnering vast te leggen op papier. Dit om te voorkomen dat met de vertellers ook de verhalen uit de ‘Friese Wouden’ zouden sterven. De Jaarsmacollectie is nu het vertrekpunt voor de antropoloog Eric Venbrux; hij vraagt zich af wat de sociale functie is geweest van de vertellers en hun verhalen en corrigeert het idee dat de historische rol van zingen en doorvertellen is vervangen door televisie en radio. Venbrux stuit op een opmerkelijke vitaliteit van de vertelcultuur.

Ook de letterkundige Jurjen van der Kooi weigert de moderne tijd alleen maar als boosdoener aan te merken. De televisie heeft het vertellen niet verdreven, alleen zijn het niet de verhalen van eeuwen geleden. De thema’s blijven wel hetzelfde maar de vorm en de inhoud veranderen. Wie verhalen, sagen of sprookjes zorgvuldig terugwikkelt naar hun bron komt meestal in de 19e eeuw en nooit in de Germaanse oudheid terecht. Ondanks frappante uitzonderingen is een samenleving doorgaans nogal kort van memorie. Een constatering die in dezelfde lijn ligt als de  bevinding van Le Roy Ladurie dat de bewoners van Montaillou leefden op een soort ‘eiland in de tijd’.