DE SPIEGEL VAN DE ZIEL

 

 

Aan iemand gezichtsuitdrukking kun je iets zeggen over hoe de persoon zich voelt. De uitdrukking is een gevolg van de emotie. Zo wordt algemeen gedacht. Toch kan de gezichtsuitdrukking ook een emotie opwekken. Wordt je vrolijker als je een glimlach op je gezicht zet? Volgens de wetenschap wel.

Het menselijk gelaat weerspiegelt iemands gemoedstoestand. Woede, onrust, spanning en blijdschap kun je aflezen aan de gezichtsuitdrukking. Van oudsher overheerst de opvatting dat spierbewegingen, die de expressie vorm geven, een gevolg zijn van de activiteit van de hersenen. Laat in de 19e eeuw wordt voor het eerst het idee geopperd dat het misschien ook de andere kant op kan werken, d.w.z. het gebruik van bepaalde gezichtsspieren zou wel eens van invloed kunnen zijn op de werking van de hersenen. Kortom wordt een mens slimmer van fronsen, blijer van het opzetten van een glimlach?

In Würzburg is Professor Fritz Strack de spil van een uitgebreid onderzoek naar de relatie tussen lachspieren en gemoedstoestand. Voornaamste probleem waar hij mee kampt, is het vinden van een betrouwbare meetmethode. Proefpersonen die eerst een lachende mond moeten maken en vervolgens de vraag krijgen voorgelegd of ze zich nu ook vrolijker voelen, zijn wellicht makkelijk tot een ‘ja’ te verleiden. Strack probeert daarom het doel van zijn metingen geheim te houden. En dat levert interessante gegevens op.

Het fysiologisch onderzoek van de Tilburger Ton van Boxtel richt zich meer op rationele hersenactiviteit en de daarbij behorende gezichtsuitdrukking. Uit zijn onderzoek blijkt dat het gebruik van de gelaatsspieren van cruciaal belang is voor langdurige concentratie.